Door Wouter Klootwijk.

Mevrouw de burgemeester van Texel heeft op zondag 27 juni een heldendaad verricht. Het was om half vijf in de middag. Ze stond op het podium van het theaterrestaurant in Den Hoorn waar haar de eerste lamskroket werd overhandigd. De kroket kwam zo uit de hete olie. De burgemeester aarzelde geen moment en nam onder applaus een gloeiende hap. Ze heeft haar mond gebrand. Maar ze gaf geen krimp.

De eerste kroket met Texels lamsvlees moest nu eenmaal officieel in ontvangst genomen worden en het is geen vertoning als men er dan op het podium eerst een kwartier op gaat staan blazen. Het was niet de originele eerste. De Texelaar Willem Roeper, kok en ontwikkelaar van etenswaren, heeft de lamskroket een paar jaar geleden bedacht en zijn kroket maakte op eilandbewoners en toeristen grote indruk. Hij smaakte ergens naar. Hij was lekker.

Roeper dacht aan een wat grotere productie en vroeg in een vakblad een tweedehands paneermachine te koop. Die advertentie viel de directeur van een krokettenfabrikant op. Wie een paneermachine zoekt wil iets maken wat ik al maak, dacht de directeur. Hij zocht contact met Willem Roeper en bood aan voortaan diens lamskroket te maken en op de markt te brengen op het vasteland. Texel noemt de rest van Nederland het vasteland.
Het eerste resultaat van de samenwerking, daar mocht de burgemeester in happen: de Kwekkeboom Texelse Lamsvleeskroket.

Ooit was de Kwekkeboomkroket een product met plaatselijke faam. Van banketbakker Kwekkeboom in Amsterdam. De naam is merknaam geworden, de kroket een fabrieksproduct. Er is er nog zo een. De Van Dobbenkroket. Bijna hetzelfde verhaal, hij komt uit dezelfde fabriek als de Kwekkeboom. Waarom is de nieuwe kroket geen Van Dobben geworden? Een staaltje ondoorgrondelijke marketingfilosofie. Bij Cold Food, de fabriek in Oostzaan die de merkkroketten maakt, beschouwt men de Van Dobben kroket als een tikkie minder dan de Kwekkeboom. Niet de kwaliteit maar de uitstraling.

?We wilden deze lamsvleeskroket de luxere uitstraling geven van het Kwekkeboommerk?, zegt een kroketteur van de onderneming die op de Texelse lamsvleesdag in Den Hoorn zelf kroketten staat te bakken. Het verschil is subtiel. De Van Dobbens zijn niet alleen in cafetaria en snackbar te koop, maar ook in supermarkten. De Kwekkebomers zijn exclusief bestemd voor verkoop in de horeca, de kruidenier krijgt ze niet. Dat is luxe uitstraling. Kwekkeboom is een bekakt kroketje dus. Maar die met lam is bij nader inzien een ordinaire lekkere kroket. Met zelfs een voorgeschiedenis als die van de oerkroket toen hij nog croquet heette. Dat was een knap staaltje restverwerking. Draadjesvlees dat over was werd er in verpakt.

Nederland eet niet veel lamsvlees, de meeste lammeren worden geexporteerd. Toch worden voor eethuizen op Texel heel wat lammeren geslacht. Texelse lammeren mogen op zijn minst honderd dagen oud worden. Het zijn dan al forse beesten. Het vlees voor de verwende restaurantgast komt van de rug en de billen van het lam. Nek en schouders moet men niet. En dat zat Willem Roeper dwars. Hij sloeg aan het experimenteren met dit incourante vlees. Hij deed opnieuw aan ouderwetse restverwerking waar de kroket voor geboren is. Hij wilde een pure, smaakvolle kroket maken met een dunne korst en zonder kunstmatige bindmiddelen. Dat lukte hem en Texel was er blij mee. Maar het vasteland wist nog van niks.

Dat gaat nu veranderen. Kwekkeboom doet aan ontwikkelingshulp. De fabrikant verbeterde nog wat aan de receptuur van de kroket van Roeper, beloofde plechtig dat alleen vlees van het eiland Texel in de kroketten wordt verwerkt en gaat nu het vasteland veroveren.

Een hachelijke onderneming voor de fabrikant zelf. Want de Kwekkeboom Texelse Lamsvleeskroketten zijn lekkerder dan zijn koeienkwekkebomers en ?vandobbens. De lamskroketten kunnen de koekroketten concurrentie aan doen. En ik hoef de luxe uitstraling niet, leg ze maar gewoon in de winkel, desnoods als lamskroketten van Van Dobben.

Bron: Artikel uit het Dagblad van het Noorden van 29 juni 2004, door Wouter Klootwijk.